ChristenUnie kiest voor een "Theater aan het Water"
Op 2 november 2006 begon onze bijdrage met de opmerking dat dit
een bijzonder ingewikkelde kwestie is, waarover al lang
onduidelijkheid bestaat bij de betrokken partijen. In de periode
tot nu is die ingewikkeldheid niet minder geworden. Toch wordt wat
ons betreft op 12 juli a.s. de knoop doorgehakt – oftewel:
geen onderzoeken meer, geen nadere rapportages. Om het maar te
zeggen met een liedje van Peter Jackson: should we stay or should
we go?
De fractie van de ChristenUnie hecht eraan om op te merken dat we
ons realiseren dat we vanavond een besluit voorbereiden met
ingrijpende en verstrekkende gevolgen. We zijn dan ook niet over
een nacht ijs gegaan in de bepaling van ons standpunt.
Al verscheidene malen heeft de ChristenUnie aangegeven dat wat ons
betreft de financiële kaders duidelijk zijn: een investering
van maximaal € 6,8 miljoen en een jaarlijkse bijdrage in de
exploitatie van maximaal € 300.000,- (circa € 200.000,- +
€ 100.000,-). Ook nu is dit ons uitgangspunt.
Twee centrale vragen liggen voor: de locatiekeuze en een al dan
niet volwaardig middentheater. Deze twee aspecten grijpen op elkaar
in en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Eén van de te beantwoorden vragen is of wij nog steeds
kiezen voor een volwaardig middentheater, o.m. inhoudende dat er
650 tot 700 stoelen in het theater moeten staan. Een beslissing die
wij in het verleden in ieder geval hebben gesteund. Gelet op de
ontwikkelingen in de theaterwereld, als ook in de omgeving van
Harderwijk komen wij thans terug van dit eerder ingenomen
standpunt. V.w.b. de ontwikkelingen in de theaterwereld verwijs ik
naar het in september 2006 verschenen rapport “Uit!”
waarin o.m. het volgende is opgenomen:
• de meeste mensen gaan nooit naar het theater – een
kleine groep geregeld tot vaak (dit hangt o.a. af van de
financiële middelen);
• het aantal bezoekers stijgt nauwelijks – het aantal
voorstellingen is wel gestegen;
• het aantal gesubsidieerde voorstellingen inzake toneel is
ruim verdubbeld – het aantal bezoekers is gehalveerd;
• de meerwaarde van een theater kan zijn gelegen in de
exclusiviteit ervan, bijv. de combinatie van een voorstelling en
een diner, een ontmoeting met de kunstenaar of “het gevoel
een unieke gelegenheid niet te mogen missen”;
• één van de handreikingen is om een sterkere
binding op te bouwen met bestaande en potentiële bezoekers
door een sterkere verankering van het theater in de stad.
“Reuring, evenementen, ontmoetingsfunctie, debat et cetera,
afhankelijk van stad en podium. De kracht van het live, 3D en
sociale medium dat theater is, kan worden
gecultiveerd.”.
V.w.b. de ontwikkelingen rondom Harderwijk wijs ik er op dat uit de
cijfers van het CBS blijkt dat er te veel theaters zijn (Stentor
06.06.07). Een theater moet een gebied met een straal van 40 km.
kunnen bedienen zodat er idealiter tussenruimten van circa 80 km.
zijn, aldus het CBS. Ik wijs op theatervoorzieningen in Amersfoort
(4 zalen, waaronder 804 en 950 stoelen), Apeldoorn (3, w.o. 1.300
en 720 stoelen), Dronten (2, w.o. 683 st.), Lelystad (2, w.o. 751
st.), Zwolle (3, w.o. 825 tot 1.000 st.) en dan heb ik Utrecht
(afstand 50 km.) nog niet eens genoemd.
Oftewel: naar onze mening is in de omgeving van Harderwijk een
zodanig groot aanbod op een zodanig geringe afstand dat wat ons
betreft een theater met ‘meer van hetzelfde’ - met alle
respect overigens!! - niet langer gewenst is.
Tussenconclusie: de ChristenUnie laat de wens van
een volwaardig middentheater los.
M.b.t. de locatie merken wij het volgende op:
Met het college zijn wij van mening dat het theater thans te ver
verwijderd ligt bij de rest van (cultureel en sociaal) Harderwijk
om een toegevoegde waarde te hebben voor bijvoorbeeld de horeca.
Kort gezegd: men komt en men gaat. Een bredere, gecombineerde
voorziening is niet (goed) mogelijk. Dit is er wel degelijk in het
Waterfront – daar is er wel de mogelijkheid om een avondje
theater te combineren met een diner of met een andere onderdeel van
het leisure-programma zoals dat thans voor ogen staat (hotel,
lounge, glasmuseum).
Het plan van het CCH in dezen achten wij niet haalbaar, onder meer
vanwege de aanwezige bedrijven. Verder zal dit weer als een extra
‘Groot Infrastructureel Werk’ hebben te gelden, terwijl
we nu al niet goed weten welke onderwerpen in de GIW de hoogste
prioriteit genieten.
Ten slotte zal ook bij de realisering van dit plan een opleverdatum
behoren die rond 2012 zal liggen, dus ook daar ligt geen
winst.
Een ander belangrijk aspect is wat ons betreft de
multifunctionaliteit. Naar onze mening is er in het Waterfront een
aanzienlijk bredere bezetting en invulling van de ruimte mogelijk,
waarmee een betere exploitatie gewaarborgd is. Om het eenvoudig te
stellen: bij het huidige theater is alleen de gemeente partner in
het geheel en in het Waterfront zullen er meer partners zijn,
waarmee de financiële risico’s over meer schouders
verdeeld kunnen worden.
Deze multifunctionaliteit kan er ook toe leiden dat er
andersoortige theater- en muziekvoorstellingen naar Harderwijk
komen, hetgeen zal bijdragen aan een eigen, unieke identiteit
– hetgeen volgens het rapport “Uit!” gewenst
is.
Het bovenstaande laat onverlet dat er wel wat dient te gebeuren met
het huidige theater, aangezien het ‘theater aan het
water’ er op z’n vroegst – en dat is ook onze
streefdatum – in 2013 kan staan. Wij kunnen ons vinden in de
plannen om het CCH zodanig op te knappen dat voldaan wordt aan de
arbo- en veiligheidseisen (w.o. asbest eruit) dat dit kan blijven
doorfunctioneren tot en met de oplevering van het nieuwe
theater.
Ten slotte is ons onder andere uit het Ronde Tafel Gesprek
duidelijk geworden dat er nogal wat vraagtekens zijn gezet bij de
financiële haalbaarheid van het “Theater aan het
Water”. In de thans voorliggende stukken wordt daarin niet
voorzien. Ik merk hierbij op dat ook de kosten van een verbouwing
van het huidige theater onbekend zijn (we weten alleen dat
€ 6.800.000,- niet genoeg is!). Wij hebben er evenwel
voldoende vertrouwen in, mede omdat in de planopzet van het
Waterfront is opgenomen dat er circa 1.000 m2 aan leisure dient te
komen, dat er voldoende partners te vinden zijn die willen meedoen
in een gezamenlijk project, waarmee de kosten ook verdeeld kunnen
worden en derhalve binnen de perken zullen blijven. Wij zouden het
evenwel toejuichen wanneer er tussen nu en 12 juli a.s. een gesprek
is gevoerd met / tussen het consortium, het Dolfinarium en
Flevodruk over een eventuele samenwerking hierin, waarvan wij dan
graag voor 12 juli een verslag krijgen.
(Voorlopige) eindconclusie: de fractie van de
ChristenUnie kiest voor een multifunctioneel theater aan het water,
waarbij de ruimte ook kan worden gebruikt voor verschillende
theater- en muziekvoorstellingen.
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Marcel Companjen.
Reacties op 'ChristenUnie kiest voor een "Theater aan het Water"'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.