Hoe houden we Harderwijk ook in 2030 bereikbaar?

donderdag 02 juli 2009

Van de fractievoorzitter.

Harderwijk heeft een unieke ligging: ten westen het water en ten oosten het woud. Deze ligging biedt ons vele voordelen, maar bij het doorlezen van het onderhavige voorstel besef je je dat deze ligging ook z’n nadelen heeft: geen fijne rondweg om de stad waarbij je de verkeersstromen van alle kanten goed de stad in en uit kunt begeleiden.

Wij moeten het doen met de A 28 en de N 302 als voornaamste aan- en afvoerroutes. Over de N 302 kunnen wij kort zijn: het is goed om te zien dat de reconstructie hiervan voortvarend is opgepakt en dat de problematiek die deze weg met zich mee bracht binnen afzienbare tijd over is. V.w.b. de A 28: de problemen die zich daar voordoen, vergen overleg op andere niveaus; met andere gemeenten, met de provincie Gelderland, maar ook met de provincie Utrecht. Wij gaan er van uit dat de gemeente Harderwijk zich hierin actief opstelt, maar ik hoor hiervan graag een bevestiging.

Naast deze grote wegen kent Harderwijk ook de nodige kleinere toegangswegen: één richting Apeldoorn, één richting Nunspeet en drie richting Ermelo. Het lijkt ons goed om ook deze wegen de nodige aandacht te geven in het op te stellen Verkeersstructuurplan, te meer nu daar ook de nodige ontwikkelingen zijn geweest. M.n. de gevolgen voor de Harderwijkse verkeersstromen van de reconstructie van de N 302 en de inmiddels gerealiseerde nieuwe weg naar Ermelo moeten goed in kaart gebracht worden om ook binnen de gemeentelijke grenzen aan te kunnen geven hoe we het verkeer gaan regelen.

Hiermee ben ik al meteen beland bij deel 2 van het plan. Wij kunnen ons goed vinden in het voorstel om het GVVP te evalueren en de lessen daaruit op te nemen in het nieuwe plan. Leren van de ‘fouten’ (het minder goede), maar ook leren van het goede, in welk kader bijvoorbeeld de fietspaden genoemd mogen worden. Een aantal ontwikkelingen wordt genoemd: stationsgebied, Houtwal-garage/Vitringa-singel, diverse routes door de stad. Als vertrekpunt is het goed om deze te noemen; ongetwijfeld zal in het overleg met de diverse maatschappelijke groepen nog het een en ander worden aangevuld.

Ook met de overige genoemde deelaspecten kunnen wij instemmen, waaronder ook de quick scan inzake het stadsdistributiecentrum. Dit zou nl. een behoorlijke ontlastende werking op het verkeer in de stad kunnen hebben.

Nog even terug naar deel 1 (mobiliteitsvisie). Onduidelijk is hoe vliegveld Lelystad zich zal gaan ontwikkelen, te meer daar we niet weten hoe men landelijk hierover denkt. Dit moet in de mob.visie - uiteraard v.z.v. mogelijk - een duidelijke plaats krijgen. Wij stellen ons zo voor dat diverse scenario’s worden onderzocht en dat de (mogelijke) effecten daarvan op Harderwijk in beeld worden gebracht.

Terecht worden ook het OV en het vervoer over water genoemd. Alles wat nl. via die kanalen Harderwijk kan bereiken, leidt tot een reductie van het blik.

Tot slot: het jaartal 2030 wordt genoemd. Dan zal het Waterfront wel af zijn en dus moeten we ook de gevolgen daarvan op de rest van de stad meenemen.

« Terug