Nota Helder Handhaven

donderdag 19 mei 2011

Tijdens de raadsvergadering van 12 mei jl. heeft onze fracievoorzitter Marcel Companjen het volgende betoog gehouden in antwoord op de nota "Helder Handhaven":

Bij een nota “Helder Handhaven” gaan onze gedachten een jaar of 6.000 terug – en dan constateren wij met enige droefenis dat mensen al vanaf Adam en Eva de gegeven regels overtreden. Je kunt dan twee kanten op redeneren: 1. kennelijk heeft het geen zin om regels vast te stellen, want ze worden toch overtreden (duidelijk is dat dit tot chaos leidt) of 2. we maken regels, we handhaven ze waar nodig en we maken er met z’n allen wat moois van. De ChristenUnie is idealistisch genoeg om voor de tweede optie te gaan.

 In de notitie die voorligt, wordt handhaving op twee manieren bedoeld. De niet-besproken manier is het bestraffende optreden (zie p. 4). Toch een enkel woord daarover: in de praktijk van alledag denk ik dat daar nog behoorlijk wat te halen valt, te meer omdat dit (ook) veel ergernis oproept. Ik noem dan maar weer het eenvoudige voorbeeld van de fietsen buiten de rekken bij het station. Wanneer wordt daar nou eens structureel gehandhaafd? Gewoon twee weken lang alle fietsen die niet in de rekken staan, naar de gemeentewerf – voor 15 euro op te halen! De bordjes zijn duidelijk zat!

Dan het handhaven in de zin van “middel tot herstel”. De eerste voorwaarde hierbij is dat de regels duidelijk / helder / niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn. Wat betreft de landelijke regels moeten we het doen met wat we uit ‘Den Haag’ voorgeschoteld krijgen, maar de plaatselijke regels maken we zelf. Wij zijn ervan overtuigd dat deze regels duidelijk genoeg zijn.

Over het handhaven zelf het volgende. Dit moet volgens de Nationale Ombudsman transparant, betrokken en onpartijdig gebeuren. Tot onze schrik constateert de N.O. dat dit “zelden” het geval is. Wij kunnen ons dan ook goed vinden in zijn opmerkingen dienaangaande, dat dit dient te verbeteren, dat duidelijk wordt uitgelegd waarom in het ene geval wel en in het andere geval niet handhavend wordt opgetreden. Hierbij dient het gelijkheidsbeginsel zeer nadrukkelijk aandacht te krijgen – dat is immers het eerste wat mensen roepen als er wordt gehandhaafd (“Maar gemeente, kijk daar eens, dat is minstens zo erg!”). Onder verwijzing naar de door de N.O. genoemde casus “Last van teveel licht”, merken we hierbij op dat de geldende regels in principe als uitgangspunt hebben te gelden. Het kan niet zo zijn, dan alleen in zeer, zeer uitzonderlijke gevallen, dat de regels gaandeweg worden veranderd.

Voor burgers is het belangrijk om te weten wat zij in redelijkheid van de gemeente mogen verwachten, zo schrijft de N.O.

De twaalf spelregels zijn duidelijk. In de nota staat dat de gemeente ermee aan de slag gaat. Dat is mooi! Het handhavingsbeleid moet voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is ook mooi! En nu komt het dus aan op de uitvoering – dat zal niet altijd gemakkelijk zijn, maar dient wel altijd transparant, betrokken en onpartijdig te zijn. Daarmee wensen wij de handhavers succes, waarbij we tevens willen opmerken dat wij de genoemde evaluatie (p. 5) met belangstelling tegemoet zien.

« Terug