ChristenUnie kiest voor een "Theater aan het Water"

zaterdag 23 juni 2007

Op 2 november 2006 begon onze bijdrage met de opmerking dat dit een bijzonder ingewikkelde kwestie is, waarover al lang onduidelijkheid bestaat bij de betrokken partijen. In de periode tot nu is die ingewikkeldheid niet minder geworden. Toch wordt wat ons betreft op 12 juli a.s. de knoop doorgehakt – oftewel: geen onderzoeken meer, geen nadere rapportages. Om het maar te zeggen met een liedje van Peter Jackson: should we stay or should we go?
De fractie van de ChristenUnie hecht eraan om op te merken dat we ons realiseren dat we vanavond een besluit voorbereiden met ingrijpende en verstrekkende gevolgen. We zijn dan ook niet over een nacht ijs gegaan in de bepaling van ons standpunt.

Al verscheidene malen heeft de ChristenUnie aangegeven dat wat ons betreft de financiële kaders duidelijk zijn: een investering van maximaal € 6,8 miljoen en een jaarlijkse bijdrage in de exploitatie van maximaal € 300.000,- (circa € 200.000,- + € 100.000,-). Ook nu is dit ons uitgangspunt.

Twee centrale vragen liggen voor: de locatiekeuze en een al dan niet volwaardig middentheater. Deze twee aspecten grijpen op elkaar in en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Eén van de te beantwoorden vragen is of wij nog steeds kiezen voor een volwaardig middentheater, o.m. inhoudende dat er 650 tot 700 stoelen in het theater moeten staan. Een beslissing die wij in het verleden in ieder geval hebben gesteund. Gelet op de ontwikkelingen in de theaterwereld, als ook in de omgeving van Harderwijk komen wij thans terug van dit eerder ingenomen standpunt. V.w.b. de ontwikkelingen in de theaterwereld verwijs ik naar het in september 2006 verschenen rapport “Uit!” waarin o.m. het volgende is opgenomen:
• de meeste mensen gaan nooit naar het theater – een kleine groep geregeld tot vaak (dit hangt o.a. af van de financiële middelen);
• het aantal bezoekers stijgt nauwelijks – het aantal voorstellingen is wel gestegen;
• het aantal gesubsidieerde voorstellingen inzake toneel is ruim verdubbeld – het aantal bezoekers is gehalveerd;
• de meerwaarde van een theater kan zijn gelegen in de exclusiviteit ervan, bijv. de combinatie van een voorstelling en een diner, een ontmoeting met de kunstenaar of “het gevoel een unieke gelegenheid niet te mogen missen”;
• één van de handreikingen is om een sterkere binding op te bouwen met bestaande en potentiële bezoekers door een sterkere verankering van het theater in de stad. “Reuring, evenementen, ontmoetingsfunctie, debat et cetera, afhankelijk van stad en podium. De kracht van het live, 3D en sociale medium dat theater is, kan worden gecultiveerd.”.

V.w.b. de ontwikkelingen rondom Harderwijk wijs ik er op dat uit de cijfers van het CBS blijkt dat er te veel theaters zijn (Stentor 06.06.07). Een theater moet een gebied met een straal van 40 km. kunnen bedienen zodat er idealiter tussenruimten van circa 80 km. zijn, aldus het CBS. Ik wijs op theatervoorzieningen in Amersfoort (4 zalen, waaronder 804 en 950 stoelen), Apeldoorn (3, w.o. 1.300 en 720 stoelen), Dronten (2, w.o. 683 st.), Lelystad (2, w.o. 751 st.), Zwolle (3, w.o. 825 tot 1.000 st.) en dan heb ik Utrecht (afstand 50 km.) nog niet eens genoemd.

Oftewel: naar onze mening is in de omgeving van Harderwijk een zodanig groot aanbod op een zodanig geringe afstand dat wat ons betreft een theater met ‘meer van hetzelfde’ - met alle respect overigens!! - niet langer gewenst is.

Tussenconclusie: de ChristenUnie laat de wens van een volwaardig middentheater los.


M.b.t. de locatie merken wij het volgende op:
Met het college zijn wij van mening dat het theater thans te ver verwijderd ligt bij de rest van (cultureel en sociaal) Harderwijk om een toegevoegde waarde te hebben voor bijvoorbeeld de horeca. Kort gezegd: men komt en men gaat. Een bredere, gecombineerde voorziening is niet (goed) mogelijk. Dit is er wel degelijk in het Waterfront – daar is er wel de mogelijkheid om een avondje theater te combineren met een diner of met een andere onderdeel van het leisure-programma zoals dat thans voor ogen staat (hotel, lounge, glasmuseum).

Het plan van het CCH in dezen achten wij niet haalbaar, onder meer vanwege de aanwezige bedrijven. Verder zal dit weer als een extra ‘Groot Infrastructureel Werk’ hebben te gelden, terwijl we nu al niet goed weten welke onderwerpen in de GIW de hoogste prioriteit genieten.
Ten slotte zal ook bij de realisering van dit plan een opleverdatum behoren die rond 2012 zal liggen, dus ook daar ligt geen winst.

Een ander belangrijk aspect is wat ons betreft de multifunctionaliteit. Naar onze mening is er in het Waterfront een aanzienlijk bredere bezetting en invulling van de ruimte mogelijk, waarmee een betere exploitatie gewaarborgd is. Om het eenvoudig te stellen: bij het huidige theater is alleen de gemeente partner in het geheel en in het Waterfront zullen er meer partners zijn, waarmee de financiële risico’s over meer schouders verdeeld kunnen worden.
Deze multifunctionaliteit kan er ook toe leiden dat er andersoortige theater- en muziekvoorstellingen naar Harderwijk komen, hetgeen zal bijdragen aan een eigen, unieke identiteit – hetgeen volgens het rapport “Uit!” gewenst is.

Het bovenstaande laat onverlet dat er wel wat dient te gebeuren met het huidige theater, aangezien het ‘theater aan het water’ er op z’n vroegst – en dat is ook onze streefdatum – in 2013 kan staan. Wij kunnen ons vinden in de plannen om het CCH zodanig op te knappen dat voldaan wordt aan de arbo- en veiligheidseisen (w.o. asbest eruit) dat dit kan blijven doorfunctioneren tot en met de oplevering van het nieuwe theater.

Ten slotte is ons onder andere uit het Ronde Tafel Gesprek duidelijk geworden dat er nogal wat vraagtekens zijn gezet bij de financiële haalbaarheid van het “Theater aan het Water”. In de thans voorliggende stukken wordt daarin niet voorzien. Ik merk hierbij op dat ook de kosten van een verbouwing van het huidige theater onbekend zijn (we weten alleen dat
€ 6.800.000,- niet genoeg is!). Wij hebben er evenwel voldoende vertrouwen in, mede omdat in de planopzet van het Waterfront is opgenomen dat er circa 1.000 m2 aan leisure dient te komen, dat er voldoende partners te vinden zijn die willen meedoen in een gezamenlijk project, waarmee de kosten ook verdeeld kunnen worden en derhalve binnen de perken zullen blijven. Wij zouden het evenwel toejuichen wanneer er tussen nu en 12 juli a.s. een gesprek is gevoerd met / tussen het consortium, het Dolfinarium en Flevodruk over een eventuele samenwerking hierin, waarvan wij dan graag voor 12 juli een verslag krijgen.


(Voorlopige) eindconclusie: de fractie van de ChristenUnie kiest voor een multifunctioneel theater aan het water, waarbij de ruimte ook kan worden gebruikt voor verschillende theater- en muziekvoorstellingen.

Namens de fractie van de ChristenUnie,
Marcel Companjen.

« Terug

Reacties op 'ChristenUnie kiest voor een "Theater aan het Water"'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.